Warkelijk woar
- Op de vraag of zij wist wie er in vredesnaam al die strikken had gezet nabij de Koetreeweg in Hellendoorn, antwoordde Piksen Mientje verontwaardigd: “Joawel, det weet ik wel, maar ik goa Garaad Lohuus niet verroan!”
- Toen VosJan op een zondagmiddag Willem Klink tegenkwam begon hij overdreven te snuiven. “Den Klink den stinkt!” schamperde hij luid over de Hellendoornse dorpsstraat. “Det kan wel wean” reageerde Klink gevat: “maar niet zo hard as een vos onder ’n stat!
- Groenteboer Joop Woertman uit Nijverdal (bijnaam De Baale) stond bekend om zijn mooie uitspraken. Teneinde zijn eigen koopwaar aan te prijzen riep hij eens: “Vreet meer uit.” Een pikante variant daarop vormde zijn aanbeveling: “Laat u bevruchten door Woertman.”
- Het kwam in vroeger tijd veelvuldig voor dat mensen elkaar alleen bij de bijnaam kenden. Dat overkwam ook meester Mulder toen hij een jongetje van Nijland (bijnaam: de Proeme) vriendelijk toevoegde: “Ga daar maar zitten Pruim.”
- Ooit vroeg de Nijverdalse veldwachter Jacob van der Tas vriendelijk aan een groepje meisjes van de gereformeerde kerk in Nijverdal: “Hoe heet jullie clubje, meisjes?” Waarop één van de jongedames riep: “Ontwaakt Gij die slaapt Van der Tas.”
- Een oud verhaal over een inseminator van de K.I. (Kunstmatig Inseminatie – station) in Hulsen gaat erover dat eens een boerin, bij afwezigheid van haar man, ietwat onwennig de inseminator op de boerderij ontving. Ze wees hem de koeienstal, de tochtige koe én een spijker in de muur met de woorden: “Doar kö-j de bokse wel an hangen!”
- Thomas was een bekende (hervormde) groenteboer die de concurrentie moest aangaan met zijn katholieke collega Westerik in Hellendoorn. Eens zei hij met ingehouden woede tegen een klant: “Ik heb hier in dit dorp een collega, maar ik zal zijn naam niet noemen…”
- Een Nijverdalse melkboer condoleerde eens een nabestaande die alleen achterbleef na het overlijden van zijn oudere broer. “Gecondoleerd met het verlies van je broer,” mompelde de melkman zacht, terwijl hij zijn vaste klant de hand schudde. “Dankjewel” zei deze geroerd: “Ik hoppe da-j der nog lange getuuge van magt wean.”





