De hoofdrolspelers:
- Milan (21) werkt als tussenoplossing in een fabriek.
- Lars (19) werkt op de administratie van een autobergingsbedrijf.
- David (18) werkt en doet de opleiding tot installateur/elektricien
- Lucas (18) werkt als verkoper binnendienst bij een groothandel in binnenafbouw.
Ze zijn al jaren bevriend en zitten graag bij elkaar. Eerst in de “keet” (een luxe veranda achter het huis van een van de ouders) en dan samen uit. Net aan het werk of studerend maken ze genoeg mee om te praten over de “dingen in het leven”.
Over kinderoppas, opvoeden van kinderen, kinderopvang
De vorige keer eindigde het gesprek met de mening van David, die vindt dat zijn toekomstige vrouw de huishouding moet doen en voor de kinderen moet zorgen. Als ze dan (parttime) zou werken, dan nog vindt hij dat zij die taken moet doen. Een oppas komt niet “im Frage”.
David: “Ik vind gewoon dat een man of vrouw de kinderen moet opvoeden. Niet de oppas.”
Milan: “Die hoeft toch niet op te voeden?”
Lucas vult aan: “Je bent toch ’s avonds thuis en in het weekend?”
David: “Die kinderen zijn dan toch de hele dag bij die oppas of op school? Maakt niet uit. Ik vind een oppas geen optie.”
Milan: “Kinderopvang dan?”
David: “Dat wel.”
Lucas: “Dat is toch precies hetzelfde?”
Milan: “Dan zijn de kinderen met andere kinderen en dan is er niet een, maar zijn er meer personen daar.”
Lucas: “Maar dat maakt toch niks uit? Oppas of kinderopvang?
Milan: ”Als je je kind acht uur per dag naar de kinderopvang doet is er wel iets mis met jou als ouder.”
David: “Een oppas is om je kind op te voeden. Een kinderdagverblijf is om je kind zich even te laten vermaken.”
Lucas: “Als je je kind naar een kinderdagverblijf stuurt, kan je vrouw gewoon werken.”
David: “Zou kunnen, maar dan doe je je kind tekort. Als je je kind acht uur lang naar een opvang stuurt, dan is er iets mis met het ouder-zijn.”
Lars: “Ze gaan toch ook naar school. Tot half drie, behalve woensdag.”
Lucas: “Dan is die opvang maar twee uurtjes.”
David: “Het is ook een fijn idee dat als ik thuis kom, er een ouder is.”
Lars: “Kinderen moeten toch ook leren zelfstandig te zijn? Die kunnen toch vanaf groep 4 of zo wel alleen thuis komen?”
David: “Tot groep 8 of 12 jaar kunnen ze dat niet.”
Lucas: “Er is toch geen enkele vrouw die tegenwoordig nog huisvrouw wil zijn?”
Milan: ”Ik denk dat er al best vrouwen zijn die huisvrouw willen zijn, maar financieel kan dat in Nederland niet.“
David: “Ik ben het met jullie eens. Financieel zou het moeilijk worden, maar ik zou nooit zeggen dat het onmogelijk is.”
Lucas: “Om een beetje een makkelijk leven te hebben voor jou en je kinderen, is het toch veel makkelijker om je vrouw te laten werken. Fulltime of fulltime?”
David: “Toch vind ik het misschien nog wel belangrijker dat we minimaal één ouder is voor de kinderen.”
Lars: “Is dat omdat je waarde hecht aan oude tradities of dat er waarde aan hecht dat je kind niet 1,5 uur alleen thuis is?”
David: “Nee, meer omdat ik waarde hecht aan tradities.”
Lucas: “Wat voor tradities dan meer?”
David: “Ik zal de kinderen ook opvoeden met dialect. Ook wel ABN, maar thuis zal er het meest dialect worden gesproken. Ik denk niet dat je over twintig jaar nog heel veel mensen die dialect spreken.”