Joodse nabestaanden hard behandeld na terugkeer

In april 2023 verscheen het rapport ‘Joodse burgers in Hellendoorn: onteigening en rechtsherstel’. Dat gaat over de rol van de gemeente Hellendoorn in de oorlog ten opzichte van de Joodse gemeenschap. "Soms hard en niet erg hulpvaardig" is het oordeel over de gemeente na de bevrijding, luidt een van de conclusies.

Interessant? Deel het artikel

Joodse nabestaanden hard behandeld na terugkeer

De gemeente Hellendoorn heeft zich in de oorlog -zoals de meeste gemeenten- gedragen zoals de bezetters dat wilde. Zo worden bijvoorbeeld op bevel de namen van de 34 Joodse inwoners aan de Duitsers gegeven. “De algemene indruk is dat burgemeester Witschey braaf de opdrachten van de bezetter uitvoerde en in twijfelgevallen rugdekking zocht van de Commissaris der Provincie of de secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken.”

De gemeente Hellendoorn heeft zich niet schuldig gemaakt aan het opkopen van huizen van Joden die waren afgevoerd door de Duitsers. Na de oorlog zijn alle panden uiteindelijk weer terug gekomen bij de oorspronkelijke eigenaars. Met uitzondering van panden die waren onteigend ten behoeve van de wederopbouw van Nijverdal.

De Rijssensestraat voor de oorlog. Links op de hoek de latere Chinees Kota Radja. Daar tegenover de manufacturenzaak van Samuel.

Het ontbrak aan erkenning van het bijzondere slachtofferschap van Joodse burgers

“Na de bevrijding ontbrak in het handelen van gemeente Hellendoorn erkenning van het bijzondere slachtofferschap van de Joodse burgers. Met name de omgang met David Simon Samuel en zijn gezin, naast Truus Samuel (1924-1995) de enige terugkeerders van de familie Samuel, getuigt van hardheid en een gebrek aan hulpvaardigheid.”

Dit zijn enkele conclusie uit een onderzoeksrapport dat in april 2023 verscheen over de rol van de gemeente Hellendoorn in de oorlog ten opzichte van de Joodse gemeenschap. Op initiatief van burgemeester Eijbersen besloten college en gemeenteraad om dit onderzoek uit te laten voeren, omdat tot op dat moment de rol van de gemeente onduidelijk was.

Het rapport is geschreven door  Wim van Meurs, Xia van Beuningen, Marieke Oprel van de Radboud Universiteit Nijmegen. Het draagt als titel: ‘Joodse burgers in Hellendoorn: onteigening en rechtsherstel’.

Nijverdal had een kleine Joodse gemeente; bijna niemand overleefde

Tot begin 20e eeuw had Hellendoorn een kleine Joodse gemeente. Maar daarna herinnerde alleen de begraafplaats aan de huidige Ommerweg daar nog aan. Nijverdal daarentegen, kende aan het begin van de Tweede Wereldoorlog nog steeds een kleine Joodse gemeenschap van ongeveer twintig mensen. De belangrijkste Joodse familie was de familie Samuel. Die was eigenaar van meerdere huizen en winkelpanden in Nijverdal, met name aan de Rijssensestraat.

De Joodse inwoners van het dorp Hellendoorn (het gezin van Mozes de Lange) waren in de oorlog ondergedoken. Hun huis was in beheer genomen, maar niet verkocht. Zij konden in 1945 terug. Anders is het in Nijverdal. Slechts een paar Joodse inwoners keerden na de bevrijding terug uit de onderduik en niemand overleefde de concentratiekampen.

De dodenlijst

Zij stierven eind 1942 of in 1943 in Auschwitz of Sobibor. Veel leden van de familie Samuel waren bij aankomst in Sobibor op 14 mei 1943 vermoord. Hun namens staan op de Joodse begraafplaats in Hellendoorn: Sander Samuel, Schoontje Samuel-Meijer, Sientje Groenheim-Samuel, Abraham Samuel, Lewina Samuel-Meijer, Jacob Samuel, David Samuel, Jacob Samuel, Louisa Samuel-Meijer, Betje Schoontje Samuel.

Mozes Pagrach en Reintje Pagrach-Hartog woonden in 1940 aan de Brakenbeltsweg 1. Het huis staat nu ter hoogte van de Wilhelminastraat 83a-b in Nijverdal, maar hoorde toen nog bij gemeente Wierden. Het echtpaar werd afgevoerd en kwam nooit meer terug.

Oorlogskopers kochten de panden van de familie Samuel

Vijf panden in Nijverdal waren eigendom van de familie Samuel. Vier ervan werden verkocht aan vier verschillende kopers: Grotestraat 77-79 aan Cornelis Kapteijn, Rijssensestraat 30 aan Johannes Bernardius Bouck, Rijssensestraat 82 aan Johan Steen en Rijssensestraat 97-99-101 ten slotte aan Roelof Brinks.

Van de overlevenden maakte vooral David Simon Samuel zich sterk voor rechts herstel en teruggaaf van het geroofde vastgoed. Na de oorlogservaringen van vervolging en onderduik, werd de lange zoektocht naar rechtsherstel en erkenning een nieuwe traumatische ervaring voor hem en zijn gezin. Niet wat betreft z’n eigen huis. Een knokploeg zette ‘oorlogskoper’ Johan Steen op straat.

David Samuel en zijn strijd om eerherstel

Moelijker was het zijn winkelpand aan de Grotestraat terug te krijgen. Dat pand was verkocht aan de vroegere huurder Cornelis Kapteijn, die in de andere helft van het pand zijn bloemisterij had. Samuel drong al een paar maanden na de bevrijding aan op snelle teruggaaf. Hij wilde graag op de puinhopen van het pand een noodwinkel bouwen. Maar de oorlogskoper had soortgelijke plannen.

Helaas voor Samuel duurde de teruggaaf lang. Kapteijn had weinig begrip voor de verzoeken van Samuel. Het duurde tot 1951 eer die gelijk kreeg. Het was meer dan begrijpelijk dat het David Simon Samuel als nabestaande stak dat uitgerekend deze oorlogskoper voorzitter werd van het lokale comité van oorlogsslachtoffers.

Samuel was jaren bezig voor eerherstel. Panden die bij zijn familie horen, kreeg de familie pas terug na jaren vechten. In 1954/1955 waren er nog rechtszaken over panden van de Samuels. Bij dit alles hoefde hij niet erg te rekenen op hulp van de kant van de gemeente. Ellenlange brieven gaan over en weer.

Uiteindelijk kreeg Samuel een nieuwe winkel en bleef de naam ‘Samuel Prins’ behouden in het dorp. Waarbij de toevoeging ‘prins’ stond voor ‘prins in textiel’ want dat is wat hij verkocht.

David Samuel

Correspondentie staat bol van wantrouwen, frustratie en wederzijds onbegrip

“De uitgebreide correspondentie tussen David Simon Samuel en het gemeentebestuur van Hellendoorn staat bol van wantrouwen, frustratie en wederzijds onbegrip. De mondelinge en schriftelijke confrontaties laten een grote kloof zien.

Enerzijds het gemeentebestuur, dat gehouden was aan nationale regelingen van rechts herstel en wederopbouw en tegelijk ter plekke noodmaatregelen moest treffen en zicht proberen te krijgen op de eigen besluiten van de bezettingstijd. En anderzijds de Joodse overlevenden met het onrecht en de urgentie die ze voelden door hun eigen situatie, het lot van hun familieleden en het gebrek aan erkenning van hun bijzondere slachtofferschap.”

Impact van deze geschiedenis op de familie is groot

“De impact van deze geschiedenis op David Samuel en zijn gezin is groot geweest. Hij en zijn vrouw kwamen na een onderduik als enige overlevenden van de joodse gemeenschap terug in Nijverdal. Alles en iedereen was weg. Terug in Nijverdal begon het moeizame proces om hun panden terug te krijgen.”

“Hij voelde zich als enig overgeblevene zodanig verantwoordelijk dat hij zich ook bekommerde om de afwikkeling van de onteigenings- en rechtsherstel processen van andere Joden die niet waren teruggekeerd. Volgens de familie en Samuels eigen archief, kreeg hij hierin echter nauwelijks hulp van de gemeente.”

Het verhaal van de familie Samuel en de strijd van David is te lezen in het rapport ‘Joodse burgers in Hellendoorn; onteigening en rechtsherstel’

Interessant? Deel het artikel

Blijf op de hoogte

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke week een update van de artikelen op Hier in Hellendoorn.

Gratis inschrijven

Plaats de eerste reactie

Blijf op de hoogte

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke week een update van de artikelen op Hier in Hellendoorn.

Gratis inschrijven

Ook interessant