De gemeente is al een tijdje bezig te bepalen hoe Hellendoorn er in 2040 uit moet zien. Er zijn hopen papier geproduceerd. Er zijn bijeenkomsten geweest. Er zijn enquêtes gehouden. Op 4 november spreekt de raad voor het eerst over deze toekomstvisie.
Het idee achter “groei’ is niet om per se groter te worden, maar om te voorkomen dat voorzieningen verdwijnen. Zonder groei verlaten jongeren de gemeente omdat er geen huizen zijn. En zonder groei is men bang ook werkgelegenheid te verliezen. “We willen dat onze gemeente in 2040 en daarna nog steeds voor iedereen een fijne plek is om te wonen, te ondernemen, te werken en te ontspannen.”
Tot 2050 wil Hellendoorn 5.000 nieuwe woningen bouwen, waarvan ten minste 3.000 vóór 2040. Men wil bouwen in alle kernen. Met de nadruk op betaalbare huizen voor starters en ouderen. Die huizen komen binnen of aan de randen van de kernen.
De eerste 1000 huizen zijn (vooral) bedoeld voor de eigen inwoners. De overige 4000 zijn naar schatting voor de helft ook bestemd voor mensen van buiten de gemeente.
5000 huizen erbij hangt sterk af van de ‘buitenwacht’
De gemeente tekent bij dit alles aan dat men om het doel (5000 huizen) te halen, voor een groot deel afhankelijk is van de buitenwacht. Het stikstofprobleem zal landelijk aangepakt moeten worden. Het stroomnet moet opgewaardeerd zijn om al die nieuwe aansluitingen van elektriciteit te voorzien. Aannemers moeten voldoende personeel en materiaal kunnen krijgen. Om maar eens wat te noemen.
Cruciaal in de discussie over uitbereiding is natuurlijk waar nieuwe huizen moete komen. Voor die eerste 1000 huizen is dat deels is dat al bekend; vooral in Nijverdal (Hoge Dijkje (zie tekening helemaal boven), Koersendijk (tekening hierboven), de Markt en omgeving en Nijverdal-Zuid ). Verder De Grave in Haarle en Hellendoorn-Noord. Daarna zullen er hier en daar nog plekken zijn binnen de bebouwde komen.
Discussie over waar de meeste van die nieuwe huizen moeten komen, volgt nog
En dan begint de discussie: Waar moeten al die andere huizen komen? De agrarische sector in onze gemeente heeft al laten weten dat niet aan agrarische grond gekomen moet worden. Daarover geeft deze visie nog geen antwoord.
Wat men wel stelt is dat men in de omgevingsvisie op hoofdlijnen vast waar ruimte is voor uitbreiding en waar dat niet kan. Daarbij maakt men onderscheid in gebieden waar gebouwd mag worden, waar misschien gebouwd kan worden en waar niet gebouwd mag worden. “Daarvoor gaan we in iedere kern met de samenleving in gesprek.”
Om een beetje zicht te hebben op wat woningbouw betekent, heeft de gemeente een raming gemaakt. Vooral ook omdat in het landelijk gebied angst heerst dat veel landbouwgrond weg moet voor woningbouw.
Als buiten de kernen wordt gebouwd, levert de landbouw 2,5% oppervlakte in
Tot 2050 ruimte nodig voor 4.000 woningen. Als je gemiddeld 25 huizen bouwt per hectare (landelijk bouwen) dan is daarvoor 160 hectare grond nodig. Voor bedrijven is 15 hectare nodig tot 2050. In totaal gaat de ruimtevraag dan om 175 hectare.
Omdat ook rekening gehouden moet worden met bijvoorbeeld spuitzones en de gemeente ook ruimte wil creëren voor nieuwe economische functies in het buitengebied, is de ruimtebehoefte afgerond op 200 hectare. Dat zou betekenen dat het aandeel landbouwgrond de komende 25 jaar afneemt van 7.783 naar 7.583 hectare. Een afname van 2,5%. De bebouwing neemt toe tot 1.173 hectare.
Nieuwe bedrijven van 3 ha of groter naar een regionaal bedrijventerrein
Wat de bedrijvigheid betreft gaat de gemeente zich richten op de groei van onze kleine en middelgrote bedrijven. Wonen is de motor voor de toekomst van de gemeente. Meer mensen is meer vraag naar werk. Daarom komen er bij en in iedere kern ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid en creëren we meer ruimte voor werken aan huis.
In en rond de kernen bieden we alleen ruimte aan bedrijven die een ruimtevraag van minder dan 1 hectare. Bedrijven met een ruimtevraag van 2-3 hectare kunnen op ’t Lochter in Nijverdal terecht. Nieuwe bedrijven met een ruimtevraag van 3 ha of meer verwijzen we naar de grotere bedrijventerreinen in de regio.
