Draagvlak voor windenergie kàn als de opbrengsten naar de lokale gemeenschap gaan

Het bezoek van ruim veertig Hellendoorners aan energiecoöperatie Synenergie in Nieuwleusen bood waardevolle lessen voor lokale energie-initiatieven. Daar leerden ze hoe succesvolle windprojecten staan of vallen met lokaal eigendom, transparante communicatie en een eerlijke verdeling van opbrengsten.

Interessant? Deel het artikel

Draagvlak voor windenergie kàn als de opbrengsten naar de lokale gemeenschap gaan

De ervaring in Nieuwleusen laat zien dat windenergie pas echt draagvlak krijgt als de opbrengsten terugvloeien naar de gemeenschap – en niet verdwijnen in de zakken van ontwikkelaars of investeerders.

Windturbines in Nieuwleusen: een stevige leerschool voor Hellendoorn

Het plaatsen van windturbines staat of valt met opbrengsten die maatschappelijke meerwaarde opleveren voor de gemeenschap, met een goede regeling voor omwonenden, en met voldoende ontwikkelingsgeld en investeringskapitaal. Dat zijn de belangrijkste lessen uit Nieuwleusen voor de energiecorporaties van Daarle en Daarlerveen.

Op 31 oktober waren 41 mensen uit de gemeente Hellendoorn op bezoek bij de corporatie Synenergie in Nieuwleusen. Onder hen waren omwonenden, corporatieleden, bestuurders, raadsleden, een wethouder, ambtenaren en andere geïnteresseerden. Zij luisterden naar de ervaringen van Synenergie en stelden volop vragen.

Coöperatie stopt veel geld in de lokale gemeenschap

De corporatie Synenergie realiseerde in 2021 twee grote windturbines met een tiphoogte van 200 meter in het buitengebied. Maar de corporatie doet veel meer: ze draagt bij aan een kringloopwinkel, een natuur- en voedselboerderij, een grammofoonmuseum, een lokaal door vrijwilligers gerund vervoersinitiatief Haloe Brengoe en een fitnesspark.

Verder ondersteunt men lokale initiatieven met leningen of bijdragen aan verenigingen, sportfaciliteiten, evenementen, een schoolgebouw en duurzame straatverlichting. Zo is Synenergie sterk verweven met de dorpsgemeenschap van Nieuwleusen en oogst ze brede waardering onder de inwoners.

“De windturbines zijn voor ons de money makers,” vertelde bestuurslid Lambert Schuldink, “Daardoor zijn de andere initiatieven mogelijk geworden. Uiteraard dragen we zo ook bij aan een duurzame energievoorziening voor Nieuwleusen.”

Volledig lokaal eigendom was de eis en is gehaald

Bij de realisatie werd flink geïnvesteerd in de betrokkenheid van inwoners. Volledig lokaal eigendom was een harde eis, zodat opbrengsten niet zouden wegvloeien naar externe ontwikkelaars of investeerders. Er was inspraak over de locatie, het type en de hoogte van de turbines, en over de verdeelsleutel van de opbrengsten voor omwonenden.

Een ontwikkelingsbudget van € 600.000,- bleek nodig voor onderzoeken, adviezen en de vergunningaanvraag. Er werd een SDE-subsidie aangevraagd. Voor het vereiste eigen vermogen van € 2 miljoen sprongen het waterschap, de gemeente en WindUnie bij. Voor de benodigde expertise werden een adviesbureau en een ervaren projectleider aangetrokken. Alleen al bij het afsluiten van gunstige tariefafspraken met Greenchoice in een variabel contract bleek deze projectleider van onschatbare waarde.

Open communicatie zorgt voor draagvlak bij omwonenden

Het bestuur zette vooral in op open communicatie met omwonenden. Vele gesprekken volgden. Aanvankelijk was er veel argwaan en boosheid vanwege een eerder nabijgelegen windmolenpark dat zonder inspraak door een projectontwikkelaar was neergezet. “Ze stonden er opeens,” was de beleving.

“We hebben veel geluisterd naar de zorgen en wensen van alle partijen,” aldus Schuldink. “Maar we wilden geen valse verwachtingen wekken of toezeggingen doen die we niet konden waarmaken. Ons streven naar een rendabel project moest overeind blijven. Dat betekende dat sommige wensen niet haalbaar waren. Daarover helder zijn heeft ons geholpen verder te komen. Uiteindelijk was er bij de vergunningaanvraag slechts één bezwaarmaker.”

Mogelijke hinder van de turbines voorkomen waar het kan

Er waren veel vragen over mogelijke hinder door geluid, trillingen, slagschaduw en verlichting. Geluidswaarden worden nog steeds gemeten. Trillingen zijn niet gemeten, noch opgemerkt.  Slagschaduw is verminderd door de rotorbladen per jaargetijde zo te positioneren  dat hinder beperkt wordt. De hinder door mastverlichting wordt binnenkort verminderd door een computergestuurd systeem dat de lampen pas inschakelt wanneer een vliegtuig nadert.

De uiteindelijke keuze viel op twee turbines van het grootste type: 200 meter tiphoogte en een ashoogte van 135 meter. De investering bedroeg € 12 miljoen, met een energieopbrengst van 4,2 MW. Een lening werd afgesloten bij de ASN Bank. Van het rendement zou 40% naar omwonenden gaan — in totaal € 120.000 per jaar. Het puntenstelsel daarvoor werd samen met omwonenden ontworpen.

Compensatiebijdragen voor adressen binnen een straal van 1500 meter

Er werden afspraken gemaakt over jaarlijkse compensatiebijdragen voor 130 adressen binnen een straal van 1500 meter en over de aankoop van één woning op 250 meter afstand door de corporatie voor de getaxeerde marktwaarde, zonder waardevermindering door de aanwezigheid van de turbines.

De compensatierechten zijn gekoppeld aan het adres, niet aan de bewoners. De overige 60% van de opbrengsten gaat naar Synenergie voor algemene en maatschappelijke doelen. Bestuurs leden zien af van elke persoonlijke opbrengst uit het windturbineproject.

Het transport en de aanleg van de turbines waren indrukwekkende operaties: rotorbladen van 60 meter lang werden over smalle landwegen, rotondes en scherpe bochten vervoerd en tot een hoogte van 135 meter gehesen. De exploitatie en het onderhoud van de windturbines zijn uitbesteed aan Windmatch.

Succesfactoren

Schuldink vatte het succes van het project als volgt samen:

  1. Je hebt een groep enthousiaste mensen nodig die volhouden.
  2. Je moet kennis hebben of organiseren.
  3. Een ondernemersgeest die buiten de lijntjes durft te kleuren is essentieel.
  4. Je hebt een ontwikkelingsbudget nodig.
  5. Organiseer draagvlak, al is het slechts gedoogsteun – ook van mensen buiten het directe invloedgebied.
  6. Vertel geen halleluja-verhalen, wees realistisch.
  7. Regel een gebiedsvergoeding vanaf het begin.
  8. Zorg voor voldoende rendement, zodat ook andere projecten in de gemeenschap kunnen worden gerealiseerd.

Het went maar moeilijk met die grote jongens in de buurt

Op 500 meter van de windturbines woont de familie Olthof in een prachtig verbouwde boerderij tussen grote eikenbomen en een boomgaard, met een wijds uitzicht – en sinds kort twee grote windturbines in de nabijheid van hun inrit.

“Het went maar moeilijk met die grote jongens in de buurt,” vertelt de heer Olthof. “Het zoeven van de windmolens hoor je buiten altijd – soms meer, soms minder. Het hangt af van waar je bent en hoe de wind staat.”

“Ook de kleinere molens verderop hoor je, die maken meer een klappend geluid. Toen we eens in onze boomgaard kampeerden met logees, kon mijn vrouw het ’s nachts niet uithouden van het geluid en ging ze weer naar binnen. Verderop hebben we buren van wie de vrouw slecht slaapt door de molens. De man heeft geluk: hij is doof.”

“We hebben besloten om hier te blijven, omdat we zo mooi wonen”

“We hebben ons best gedaan om de bouw tegen te houden,” vervolgt Olthof, “tot aan de Raad van State. Maar we wisten dat planschade en andere argumenten ons niet zouden helpen. Het is teleurstellend, ook omdat de Raad geen rekening houdt met de stapeling van al die ingrepen in het open gebied.

“De ene na de andere windturbine verschijnt om ons heen, als een woud van molens. De WOZ-waarde hebben we bij de gemeente met € 50.000 omlaag gekregen; daar waren ze gevoelig voor.”

Mevrouw Olthof vult aan: “We hebben besloten hier te blijven, omdat we zo mooi wonen. We hebben tegen elkaar gezegd dat we ons er niet aan willen ergeren – dat helpt. We zitten gelukkig aan de andere kant van de boerderij en er staan veel bomen richting de windturbines, waardoor we ze meestal niet zien.”

De heer Olthof vervolgt: “Terwijl het zoeven misschien nog went, zijn de lampen ’s nachts onze grootste ergernis. Zulke lichten horen niet aan de nachtelijke hemel. Ik begrijp dat ze daar binnenkort wat aan gaan doen, zodat ze alleen aangaan als er een vliegtuig in de buurt is. We gaan het zien.”

Toch wil Olthof niet alleen de negatieve kant belichten: “We hebben het goed geregeld met Synenergie. We krijgen €3.000,- per jaar en ontvingen een nabetaling van € 25.000,- over 2024 vanwege de goede opbrengsten dat jaar.”

Lessen voor Daarle en Daarlerveen

Het is te hopen dat de energiecorporaties van Daarle en Daarlerveen de lessen uit Nieuwleusen ter harte nemen . Vooral de inzet van opbrengsten voor maatschappelijke doeleinden lijkt de sleutel tot draagvlak. De nadruk ligt nu nog vooral op het proces van realisatie, maar dat is een smalle basis voor succes.  Ook het vooraf vastleggen van een compensatieregeling voor omwonenden zal cruciaal blijken.

Duidelijk werd ook dat ontwikkelings- en investeringsbedragen de afgelopen jaren flink zijn gestegen. Waar in 2021 € 12 miljoen voldoende was voor twee windturbines, zal het plan bij De Stouwe al snel richting de € 30 miljoen gaan. Banken zijn kritischer geworden en vragen meer eigen vermogen. Waar dat in 2021 nog 10% was, bedraagt dat nu al eenderde.

“Als overheden verlangen dat er 100% lokaal eigendom is, hebben ze geen idee waar ze het over hebben,” aldus Schuldink. Het betekent dat er meer externe financiering nodig zal zijn, en dus ook investeerders die een deel van de opbrengst nemen  – wat de lokale baten verkleint. De corporaties van Daarle en Daarlerveen staan de komende tijd dus voor flinke uitdagingen, zo luidt de conclusie na het bezoek aan Nieuwleusen.

Interessant? Deel het artikel

Blijf op de hoogte

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke week een update van de artikelen op Hier in Hellendoorn.

Gratis inschrijven

Plaats de eerste reactie

Blijf op de hoogte

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke week een update van de artikelen op Hier in Hellendoorn.

Gratis inschrijven

Ook interessant