Helena Bos is met haar man uit Groningen naar Nijverdal gekomen voor het werk van haar man. Er waren veel spanningen in het huwelijk, waarna een scheiding volgde. “Toen mijn ex vertrok nam hij al het geld van de rekening op. Ik bleef volledig berooid met mijn kinderen achter. Het Hulpfonds gaf mij leefgeld tot ik een uitkering kreeg. Ik bezuinigde op alles en was hartstikke trots als ik van het leefgeld van het Hulpfonds zelfs nog geld over hield.”
Mijn gezondheid ging steeds verder achteruit
“Als gevolg van gezondheidsklachten (zwaar auto ongeluk gehad in het verleden) kon ik maar gedeeltelijk werken. De gemeente wilde dat ik meer ging werken en daarom ging ik een opleiding doen. Maar dat samen was veel te veel. Ik belandde zelfs in het ziekenhuis. Mijn gezondheid ging steeds verder achteruit totdat ik uiteindelijk helaas volledig werd afgekeurd.”
“Dat ik niet meer kan werken, mis ik nog steeds. Je kring wordt meteen een stuk kleiner. En sommige mensen kijken je er ook op aan. “Daar heb je weer zo’n uitkeringstrekker kreeg ik vaak te horen waar naar de deur werd dicht gegooid”.
De gemeente vond dat mijn zoon aan de slag moest

“Inmiddels woonde alleen de jongste was nog thuis. Hij had veel last van de scheiding en alles wat er daarvoor gebeurd was, en kon niet naar school of werken op dat moment.
Maar toen hij 18 werd begon ik mij zorgen te maken want met 21 jaar ging de kostendelersnorm* werken en werd mijn uitkering drastisch verlaagd omdat mijn zoon geacht werd ook een bijdrage te leveren. En dat kon hij niet, dat was duidelijk. De gemeente vond dat hij wel aan de slag moest: als hij een uitkering komt vragen doen wij de deur voor hem dicht, zeiden ze.”
“Maar hij moest wel het huis uit want ik kon van een halve uitkering niet met zijn tweeën leven. Dan hadden wij beide op straat gestaan. Dat gaf een enorme stress. Moet ik mijn kind dan uit huis zetten?, zoals de gemeente suggereerde. Dan voel je je enorm schuldig. Er zijn echt momenten geweest dat ik het niet meer zag zitten en dat het leven voor mij niet meer hoefde. Gelukkig is er net op tijd een oplossing gekomen omdat mijn zoon begeleid kon gaan wonen maar het heeft mij verder mijn gezondheid gekost. Ik was enorm afgevallen en ze wilden me zelfs aan de sondevoeding hebben. Gelukkig is dat net niet gebeurd.“
Op aanraden van een vriendin ging ik naar Noabers voor Noabers
“Een vriendin zei toen tegen mij dat ik naar Noabers voor Noabers moest gaan en die hebben mij enorm geholpen. Er was een luisterend oor voor mij en ook praktische hulp. Ik kreeg kleren en voedsel zodat ik het hoofd boven water kon houden en langzamerhand weer een beetje tot mijzelf kon komen.”

“Zonder die hulp zou ik nu dik in de schulden hebben gezeten. Ik woon in mijn eentje in een eengezinswoning. Daar zou een heel gezin kunnen wonen. Bovendien zou ik voor mijn gezondheid gelijkvloers moeten wonen. Maar een ander huis is er niet. En ik heb een kleinkind die komt logeren, dus ik wil ook niet in een heel klein flatje met maar 1 slaapkamer tussen de jongeren wonen. Dus blijf ik nog maar hier.”
“Samen met mijn Verpleegkundig specialist kwamen we op het idee van een elektrische fiets. Dan kan ik er eens uit en krijg ik ook beweging. Dat is zo belangrijk voor mij. Gewoon fietsen gaat echt niet meer, hoe graag ik ook zou willen.”
Een elektrische fiets is luxe product
“Maar van de Wmo* krijg je geen elektrische fiets. Dat vinden ze luxe product. Ik mocht wel een elektrische driewieler maar door mijn ziekte kan ik daar niet goed op zitten en dit werd mij dan ook strikt afgeraden of een scootmobiel maar dan zit ik de hele tijd stil en beweeg ik niet. Zo ben je voortdurend met de instanties in gevecht. De maatschappij oordeelt vaak onterecht dat iemand niet wil werken, terwijl iemand het echt niet kan”.

“De gemeente zou veel meer maatwerk moeten leveren en begrip hebben voor de situatie waarin je zit. Dan had mijn zoon het huis niet uit gehoeven en zou ik meer mijn huis uit kunnen. Nu krijg ik die steun van Noabers. En vroeger ook van het Hulpfonds. Fijn dat die vrijwilligersorganisaties er zijn. Daar ben ik dankbaar voor. Maar de overheid moet haar zorgplicht daar niet op afschuiven.”
*De kostendelersnorm betekent dat als u samenwoont met meer volwassenen, de gemeente uw bijstandsuitkering daarop aanpast. Hoe meer volwassen personen in uw huis wonen, hoe lager uw uitkering.
*Gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeente geeft ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).