Het wordt een heel groot onderzoek. Zo groot dat de uitslagen pas na de komende verkiezingen op tafel liggen. Dat komt misschien goed uit, want de redenen voor dat onderzoek zijn veel groter dan het onderzoek zelf. En de kans bestaat dat een nieuwe regering met allerlei nieuwe plannen en regels gaat komen.
Het buitengebied staat onder druk
Want “het buitengebied van de gemeente Hellendoorn staat onder druk,“ schrijven burgemeester en wethouders. “De huidige vorm van landbouw loopt tegen grenzen aan. De belasting op natuur, water en klimaat is groter dan zij dragen kan.”
“Daarnaast verplichten recente juridische uitspraken, gebaseerd op Europese en nationale wet- en regelgeving, tot maatregelen voor natuurherstel. Dit heeft direct gevolgen voor de landbouw, die zich geconfronteerd ziet met beperkingen en het ontbreken van een helder toekomstperspectief.”
Dat laatste is helder en duidelijk. De vraag is in hoeverre een lokaal onderzoek kan bijdragen aan problemen die veel verder gaan dan alleen het buitengebied van betrokken gemeenten. En of die betrokken gemeenten willen en kunnen ingrijpen in ‘foute’ situaties.
Met de inventarisatie wil de gemeente Hellendoorn in ieder geval een nulmeting uitvoeren van de huidige situatie in het buitengebied. De gegevens worden gebruikt voor het opstellen het plan hoe Hellendoorn in 2040 eruit moet zien. Dat niet alleen; de gegevens gaan ook gebruikt worden voor ander beleid van de gemeente.
Waarom is een inventarisatie nodig? Weten ze dan niks?
Natuurlijk heeft de gemeente al heel veel gegevens. Maar die gaan nu bij elkaar gevoegd worden om een beter beeld te krijgen. Daarbij gaat het om water en bodem, natuur, landbouw, wonen, klimaat (waaronder stikstof) en de sociaal-economische situatie.
Naast het bij elkaar vegen van alles wat er al is, wordt de inventarisatie uitgevoerd met betrokkenheid van agrariërs, inwoners en ‘gebiedspartners’ zoals het waterschap, Staatsbosbeheer en andere natuur beherende organisaties.
Bijeenkomsten en individuele gesprekken
Er komen informatiebijeenkomsten en bijeenkomsten voor belangenbehartigers. Ook gaat men individuele gesprekken voeren. De uitvoering van de inventarisatie start binnenkort en is naar verwachting in het eerste kwartaal van 2026 afgerond.
De samenwerking met de drie andere gemeenten betekent dat men daar een zelfde soort inventarisatie gaat houden. “Zo ontstaat er een gezamenlijk en vergelijkbaar inzicht als basis voor een toekomstige regionale aanpak. De Provincie Overijssel ondersteunt dit proces en zorgt voor de samensmelting van de lokale gegevens tot een overkoepelende West-Twentse inventarisatie.”
