Zijn verhaal raakte aan diepe thema’s als het onbewuste, de balans tussen lichaam en geest, en het belang van vrijwillig afzien.
Wat is het onbewuste?
Het onbewuste is het deel van onszelf waar we geen directe toegang toe hebben. Het is de innerlijke wereld waar onze gevoelens, impulsen en gedragingen ontstaan voordat we ze bewust ervaren. We zeggen dan: “Het gebeurde gewoon,” of “Ik weet niet waarom ik dat zei.”
Psychologen als Sigmund Freud en Carl Jung hebben het concept van het onbewuste een centrale plek gegeven in hun theorieën over onze psyche. Het bewustzijn en onbewuste is te zien als een ijsberg: slechts een klein deel is zichtbaar, terwijl het grootste deel zich onder het oppervlak bevindt.
Het bewuste brein verwerkt ongeveer 60 bits informatie per seconde, terwijl het onbewuste naar schatting 11,2 miljoen bits per seconde verwerkt. Dat betekent dat veel van wat we voelen, denken en doen, al bepaald is voordat we het doorhebben.
Op bezoek bij Carl Jung
Rients Ritskes bezocht het huis van Carl Jung in Zwitserland om te ontdekken wat deze invloedrijke denker dreef. Dat Jung zich liet inspireren door oosterse filosofieën, waaronder het boeddhisme, was bekend. Zijn huis stond vol symboliek: beelden, tekeningen en verwijzingen naar de innerlijke wereld van de mens.
Jung zag dromen als ramen naar het onbewuste. Ze gaven volgens hem inzicht in onze schaduwzijde – de kanten van onszelf die we liever niet onder ogen zien. Als we deze schaduwen ontkennen, kunnen ze leiden tot innerlijke verdeeldheid, psychische klachten en zelfs dissociatie.
De ontdekking van de werkhanden
Wat Ritskes echter het meest intrigeerde, was een portret van Carl Jung in zijn spreekkamer. Opvallend waren de grote, sterke werkhanden van de psychiater. Het bleek dat Jung naast zijn intellectuele werk ook behoefte had aan fysieke arbeid om in balans te blijven.
Die balans vond hij in het dorpje Bollingen, waar hij met eigen handen een toren bouwde van natuursteen. Hij hakte de stenen zelf uit de groeve en stapelde ze op zonder machines of hulp. Deze fysieke inspanning was voor Jung een vorm van meditatie, een manier om zijn geest tot rust te brengen en zichzelf te gronden.
Vrijwillig afzien als sleutel tot balans
“Jung zag enorm af, vrijwillig,” aldus Ritskes. Niet omdat hij het lijden zocht, maar omdat het hem hielp om mentaal in balans te blijven. Zijn leven kende de nodige uitdagingen: een moeilijke jeugd, familieleden die jong stierven, een afstandelijke moeder, psychische problemen, een moeizaam huwelijk en de breuk met zijn leermeester Freud.
Volgens Ritskes is het vermogen om vrijwillig af te zien essentieel voor persoonlijke groei en geluk. Het traint onze veerkracht, leert ons door te zetten bij tegenslagen en vergroot uiteindelijk het vermogen om van het leven te genieten.
Op je kussen mediteren – ook al lijkt het makkelijk – is ook een vorm van afzien. Deze gedachte is niet nieuw: stoïcijnen, Spartanen en monniken uit diverse tradities pasten soortgelijke principes toe om hun geest te scherpen.
De lezing in Nijverdal gaf zo een diepere kijk op het leven en werk van Carl Jung. En herinnerde aan een universele wijsheid: soms moeten we afzien om echt tot rust, inzicht en geluk te komen.
De volgende bijzondere spreker, Yvonne Visser, is te gast op zaterdag 31 mei en zal spreken over de ‘tussentijd’ waarin we ons bevinden en op zoek zijn naar antwoorden in onzekere tijden. Voor meer informatie en aanmelding ga naar Zen Nijverdal.