Kom vanavond met verhalen, hoe de oorlog is verdwenen en herhaal ze honderd malen: alle malen zal ik wenen. (Leo Vroman)
BEVRIJD maar niet VRIJ
In de Elisabethbode had een oproep gestaan om oorlogsverhalen op te sturen. Mijn moeder wees me er op. Ze zou het wel mooi vinden als het bijzondere oorlogsverhaal van Pa verteld zou worden. De Elisabethbode is Christelijk blad over geloof voor mannen en vrouwen met protestantse achtergrond
Pa was al jaren dood. Op 65-jarige leeftijd stierf hij in 1974 aan een hartaanval. Nauwelijks had hij gesproken over die jaren 1939-1945. Als er naar gevraagd werd reageerde hij geïrriteerd, naar reünies van de marine ging hij niet, mensen die over de oorlog begonnen meed hij. Mijn moeder kon dus niet eens heel veel vertellen over het verhaal van onze vader. Ik vroeg haar ‘haar verhaal’ op te schrijven.

Dat deed ze. Ik beloofde dat ik er naar zou kijken en het over typen en op sturen. Ma had beschreven hoe haar man voor de oorlog naar Indië was vertrokken. Zij zou volgen na de geboorte van de baby die in haar buik groeide. Ze zou met de drie kinderen haar man achterna gaan. Voor het zo ver was brak de oorlog uit. Het zou zes jaar duren voor ze haar man terug zou zien.
Het kleine meisje dat in 1939 geboren was zou haar vader pas op zesjarige leeftijd voor het eerst zien. Mijn moeder had het mooi beschreven. Hoe ze altijd geweten had dat hij nog leefde ondanks de verhalen van de Duitsers dat zijn schip vergaan zou zijn. Dat ze daar iedere dag voor gebeden had. Dat haar gebed was verhoord. Ik heb het stuk letterlijk overgetypt en opgestuurd naar de Elisabethbode.

In de speciale uitgave van de Elisabethbode ter gelegenheid van Bevrijdingsdag was het inderdaad geplaatst. Maar mijn moeder was absoluut niet te spreken over het stuk. De redactie had het enigszins aangepast. Blijkbaar had de redactie tussen de regels gelezen wat ze zelf liever niet had geschreven.
Ze had haar stukje afgesloten met: de eerste jaren na de oorlog waren niet gemakkelijk. Mijn man was zo veranderd na wat hij had meegemaakt. De redactie had het haarfijn aangevoeld. Ze hadden boven het stukje gezet: Bevrijd maar niet vrij. Dat stond mijn moeder helemaal niet aan. Maar het was wel precies zoals het was.
Mijn moeder was redelijk ongeschonden de oorlog doorgekomen, dankzij haar vader, lieve opa voor de kinderen, en haar zus Rie die haar met raad en daad ter zijde stond. Ze hadden het bombardement meegemaakt in Rotterdam en de hongerwinter.
Maar het was niets in vergelijking met de oorlog in het huis aan de Valkenburgse weg 11b Katwijk aan de Rijn die begon met de terugkeer van de man die zo onbevangen en onbevreesd was weggegaan naar zee, de lieve, knappe, vrolijke man van wie ze zo hield, maar die zo veranderd was, zo verschrikkelijk veranderd…
(wordt vervolgd)